De functie van het skelet van de lage dieren is niet alleen zijn lichaam er zijn heel wat uit een lopende skeletvormen. Maar deze kunnen dus ook verschillende functies hebben. Het harde skelet kan zich inwendig maar ook uitwendig bevinden. Maar zelfs als het uitwendig is kan er en kunnen er uitsteeksels naar binnen toe worden gevormd.
De skelet van de dieren en mens
De herinnering aan al lang geleden gestorven mensen blijft vaak bestaan in de vorm van allerlei gebruik voor werpen als botten. Ook ongewervelde dieren laten dikwijls een tastbare erfenis na. Maar dan in de vorm van harde schelpen maar ook schalen of andere skelet lage dieren delen. Over bekend zijn vooral de schelpen. Die we bij ontelbare aan tallen langs de hoog water lijn op het strand kunnen vinden. Al heel lang zijn er mensen die dus daar verzamelingen van aan leggen.
Ze werden vooral gebruikt om sieraden te maken maar ook als geld middel. Maar 100 jaar geleden waren schelpen in West-Afrika nog een heel gewoon ruil middel. De lege huisjes van foraminiferen (Protozoa) zijn verantwoordelijk voor grote kalkafzetting. En zoals de rotsen bij Dover. De huisjes bestaan uit een aantal spiraalsgewijs gerangschikte kamertjes.
En even eens de zee oor werd gebruikt om parel moeren knopen te maken. Minder op vallend zijn de nietige huisjes van mariene eencelligen dieren. Zo als de foraminiferen die voor al in een voort durende en onmerkbare regen op de zee bodem neer dalen om daar in de loop der tijden dikke kalk af zettingen te vormen. De harde kiezel skeletjes van de radiolariën vormen op dezelfde manier vuur steen in andere kiezel gesteenten. Het is wel om stil van te worden.
Als we bedenken hoe onnoemelijk veel protozoën skeletjes nodig zijn geweest voor de vorming van een klein stukje kalk. De lege huisjes van foraminife en (Protozoa) zijn verantwoordelijk voor grote kalk af zetting. Zo als de rotsen bij Dover. De huisjes bestaan uit een aantal spiraalsgewijs gerangschikte kamertjes.
Skelet loos
Dit treffen we bijvoorbeeld bij kreeften en insecten aan. Waar ze voor de aan hechting van de spieren dienen. Het skelet is niet altijd van hard materiaal. Er even eens sommige dieren die pompen zich zelf vol met vloei stof. Waar door de benodigde stevigheid voor de aan hechting van de spieren verkregen wordt. De rondwormen en ook regenwormen bezitten zo’n vloeistofskelet om geven door spieren. Waar door het lichaam onsamendrukbaar wordt.
Het skelet geeft het lichaam vorm en steun. Wat vooral bij land dieren belangrijk is. Omdat daar de druk van het water ontbreekt. Op die manier is tevens de vormt het een stevig aan grijp ping punt voor de spieren en helpt het de spieren om na het samen trekken. En ook weer de uit gang engte te her krijgen.
Schelp
Een stevig skelet zo als een schelp of pantser. die eveneens beschermt het lichaam tegen mechanische maar ook fysieke beschadigingen en tegen roofdieren. De dieren die in de branding aan een rots kust leven. Zo als de mossel en ook de schaalhoorn ( Patella) en de wulk. Die hebben een zeer dikke en ook stevige schelp. Waar door ze het voort durend beuken en schuren van golven. En ook de stenen kunnen weer staan tijdens laag water en tegen uit droging worden beschermd. Ook worden ze minder aantrekkelijk voor rovers.
Soms helpt het skelet het dier om zich vast te hechten. Zo als haken van de stekels bij parasieten. De byssusdraden van tweekleppige schelpdieren de baard van een mossel en de bundels kiezelnaalden die de glassponzen. In de zeebodem verankeren. Minder algemeen is het gebruik er van als drijforgaan. Zo als de schelp bij de zeekat (zeeschuim). En als snij werktuig bij de borende twee kleppigen. De scheepsworm ( Teredo megotara) heeft lange sipho’s (ademhalingsbuizen) en kleine messcherpe schelp kleppen die gebruikt worden om ronde gangen in onder gedompeld hout te boren.
Skelet vormen
Waar bij het lichaam rond zijn as wordt gedraaid. De in rotsen borende boor mossel heeft hiertoe tanden en ook ribbels aan de schelp. Het uitwendig skelet kan ook belangrijk zijn voor de camouflage. Maar ook uitsteeksels kunnen de contouren van een dier verhullen en ook de vorm van een plant na bootsen. Het skelet kan een schut kleur hebben en dus vooral juist schitterend gekleurd zijn. Zo als bij vele metaalachtig groene torren en ook de paarsblauwe Morpho vlinders. De stekels van zee egels en ook vooral de fijne borstels van sommige harige rupsen dienen voor de verdediging. De haren van water insecten en ook spinnen kunnen lucht vast houden. Waar door deze dieren in staat zijn om onder water adem te halen.
Skelet lage dieren en Materiaal
Meestal bestaat het skelet materiaal lage dieren zijn in principe uit een eiwit. Bijvoorbeeld de collageen dat door toe voeging van minerale zouten verhard wordt en door chemische processen. Die men kan vergelijken met het vulkaniseren van rubber en het looien van leer en ook taaier wordt gemaakt. Bij het vulkaniseren worden de eiwit moleculen met zwavel tot een hechte mat verbonden. Zo dat onze haren en ook huid maar ook nagels zijn op dezelfde wijze ontstaan.
Skelet lage dieren processkelet
Dit proces heet keratinisatie en ook bij sommige evertebraten. Eveneens bijvoorbeeld bij rondwormen in de opperhuid die bevat het skelet van keratinen . Bij het looien worden eiwit ketens door middel van chinonringen verbonden en vooral ontstaat een taaie maar ook een donkerbruine substantie de sclerotine. De meeste insecten en ook spinnen en duizend poten danken hun bruine kleur aan het feit dat het pantser sclerotine bevat. Het skeletmateriaal kan ook nog andere stoffen bevatten. Door het aan een koppelen van aminosuikers tot een reuzen molecuul de (polymerisatie) ontstaat chitine. Dat ondanks zijn buigzaamheid enorm sterk is. Even eens de Chitine komt tezamen met sclerotine in het uitwendig skelet van geleedpotigen voor.
Inwendige Skelet lage dieren
Op een manier van het doorzichtige inwendige skelet van de pijlinktvis de zwaardvormige lamella of de gladius bestaat vrijwel uitsluitend uit chitine. Bij veel evertebraten is het skelet uit verscheidene van dergelijke stoffen opgebouwd. Bij de nematode-wormen bestaat de meerlagige opperhuid in principe uit collageen vezels. Die zo wel gesclerotiniseerd als gekeratiniseerd kunnen zijn. Het pantser van de crustaceeën of wel schaaldieren is uit eiwitten op gebouwd. De chitine maar ook kalkzouten opgebouwd zijn. Als er zouten aanwezig zijn. Dit meestal kalk of kiezel zouten.
Het Skelet lage dieren vormen
Het skelet wordt niet altijd door het dier zelf gevormd. Sommige dieren die zo als de amoebe ( Difjlugia). Die kitten als zand korrels aan elkaar. Ook de larven van de kokerjuffers maar ook de mariene koker wormen nemen geen genoegen met hun eigen lichaam bedekking. Maar vormen kokers uit het materiaal dat hun natuurlijke achter grond vormt. Zo dat ze bijna vol maakt gecamoufleerd zijn. Als gevolg van de koker wormen maken gebruik van de met de voedsel stroom aan gevoerde zand maar ook modder deeltjes.
Die ze met behulp van slijm tot een gladde koker metselen. De larven van de kokerjuffers gebruiken stokjes en ook steentjes maar ook dus lege slakken huisjes. En eveneens zelfs op maat gebeten stukjes blad. aaneengeplakt met een zijdeachtige stof. De heremietkrab zijn vooral met onbeschermde achterlijf gebruikt lege huisjes van allerlei schelpdieren. Die vooral van de wulk. Er is zelfs een nereïde worm die om zich zelf te beschermen met de heremietkrab samen leeft.
Het Skelet lage dieren van koralen
Vooral de koralen hebben dezelfde bouw als zeeanemonen. Maar elk individu vormt een hard kalkskeletje. Zo lang het dier nog leeft is dit bedekt met een glinsterende en door schijnende laag levend weefsel. Als het dier gestorven is ziet het vaak wit kleur. De rif maar ook steen koralen (Madreporaria) kunnen solitair leven of kolonies vormen. Solitaire koralen lijken veel op zeeanemonen. Het enige verschil is het harde kalk skelet.
Bij de kolonie vormende soorten blijven de dochter individuen met de ouderpoliep verbonden. Het gemeenschappelijk skelet is bedekt met levend weefsel. Waar in de afzonderlijke gastrale holten (spijsverteringsholten) liggen. Rond elke mond opening bevindt zich een krans van tentakels. Die in groepjes van zes en de voet schijf vormt het skelet. Eerst wordt er een voet plaat gevormd en daarop ontstaan straalsgewijs verlopende ribben. Die vooral steeds in een veelvoud van zes zijn. Hier aan zijn de mesenteriën bevestigd een ook weefsel plooien. Die de gastrale holte verdelen.
Het gezamenlijke skelet van een kolonie kan koepelvormig zijn zoals bij het hersenkoraal. Lijkt vertakt zo als bij het hertshoorn koraal. Daarentegen vorm van een platte waaier hebben. Naast zes stralige zijn er ook acht stralige koralen. Waar bij dus de onder delen van het lichaam in achtvoud aanwezig zijn. Het zijn gewoonlijk geen rif bouwers maar sommige. Zo als het bloedkoraal die vormen wel een hard skelet.
Tropische Koraalriffen
Koraalriffen komen voor in tropische en subtropische zeeën. Die op plaatsen met een gemiddelde jaar temperatuur van 18 tussen 25 °C. Koralen groeien alleen in helder water tot op een diepte van 37 tot 55 meter. Hoe wel maar zelden minder diep zijn dan 27 meter. Omdat ze ondiep water verlangen. Die vooral vormen ze franje riffen dicht langs tropische kusten en ook barrière riffen die op een continentaal plat liggen.
Maar door een diepte van het vaste land zijn gescheiden. Een bekend voorbeeld is het Grote Barrièrerif ten noord oosten van Australië. Dat 1930 kilometer lang is. Atollen zijn ringvormige koraal eilanden rond een lagune en midden in de oceaan. Ze komen vooral in de Grote Oceaan voor. Ze bestaan uit een ring van levende koralen. Een koraaleiland of atol die midden in de oceaan voor komt. Het eiland bestaat uit dood skeletmateriaal van miljoenen koralen.
Die alleen in ondiep water kunnen groeien. Toch kan een atol wel 1,5 km diep in zee af dalen. Maar dat komt omdat het rif op de hellingen van een langzaam weg zinkende onderzeese vulkaan is gebouwd.
Koraalriffen groei
Die bovenop een hoeveelheid dood skeletmateriaal groeit. Dat zich wel tot 1,5 kilometer naar beneden toe kan voort zetten en groeien. Darwin was de eerste die zich af vroeg hoe koralen. Dat toch ondiep water nodig hebben. Die midden in de oceaan kunnen leven en hij opperde dat ze op de hellingen van een uitgedoofde onderzeese vulkaan groeiden. Die ooit een eiland had gevormd en vooral langzaam was weg gezonken en een lagune had achter gelaten.
Deze theorie wordt bevestigd door dat bij diepte boringen vulkanisch gesteente omhoog werd gebracht. Waar om hebben koralen echter ondiep water nodig? Dat komt door dat ze net als planten licht nodig hebben. Eigenlijk hebben ze dat niet zélf nodig. Maar ligt de reden hier voor in de aanwezigheid van eencellige wiertjes en de zoöxanthellen geheten. In hun weefsels. Deze zetten water en kooldioxide uit de koraalcellen om in suikers. Maar kunnen dit alleen bij aanwezigheid van licht om dit proces heet fotosynthese.
Als gevolg dus van de afvalstoffen van de poliep zijn zo als nitraten maar ook fosfaten. Worden bijvoorbeeld gebruikt om eiwitten te maken. Bij langdurige duisternis sterven de wiertjes. De koralen zijn carnivoren en eten vooral kleine diertjes die ze met de netelcellen op de tentakels vangen. Hoe uitgehongerd ze echter ook zijn. Ze eten hun algen niet op maar stoten ze uit.
Kalk groei
Welk nut hebben nu die algjes? Het schijnt dat deze de koralen bij de skeletopbouw helpen. Als gevolg dat koralen het snelst groeien in fel zonlicht. En dat dus op een bewolkte dag de kalkproduktie tot 50 percent kon teruglopen. En vooral dat er ’s nachts vrijwel geen kalk werd afgezet. De wiertjes nemen de bij de kalkvorming vrij komende kooldioxide. En de overmaat aan bicarbonaationen op en laten een optimale hoeveelheid bicarbonaat over om calciumcarbonaat voor de opbouw van het skelet te vormen.
De zoöxanthellen leveren bovendien zuurstof die vooral bij de fotosynthese vrij komt voor de poliepen. Ook maken ze misschien groei stoffen maar ook hormonen. En eveneens scheppen ze een optimaal milieu voor de groei door afvalproducten te verwijderen. Een dergelijke relatie tussen twee organismen op die manier van de beide profiteren en die heet mutualisme.